Vlaanderen integraalwaterbeleid.be

Apr. 2019 - CIW zorgt voor ondersteuning bij toetsing projecten en activiteiten aan doelstellingen kaderrichtlijn Water

De CIW-beoordelingskaders die toetsen of activiteiten en projecten voldoen aan de Kaderrichtlijn Water en het Wezer-arrest zullen vertaald worden in het m.e.r.-richtlijnenboek Water.

In afwachting stelt de CIW een document met tussentijdse richtlijnen voor de beoordeling van de effecten van een project, activiteit, plan of programma op de toestand van het oppervlaktewater of grondwater ter beschikking van MER-deskundigen.

Ze biedt ook een handleiding aan om initiatiefnemers, adviesverleners en vergunningverleners wegwijs te maken in de beoordeling van effecten op waterlichamen en de procedure voor het bekomen van een afwijking.

De CIW gaf op haar vergadering van 22 maart 2019 ook goedkeuring aan de nodige juridische aanpassingen om de procedure voor het bekomen van een afwijking te operationaliseren.

Wezer-arrest

Wanneer een overheid een project of een lozing wil vergunnen, dan moet de aanvraag eerst getoetst worden aan de waterkwaliteitseisen van de kaderrichtlijn Water. Dat heeft het Europese Hof van Justitie bepaald in zijn uitspraak van 1 juli 2015, het zogenoemde Wezer-arrest.

Dat arrest stelt dat de overheid de goedkeuring van een project of lozing moet weigeren wanneer deze de toestand van een waterlichaam doet achteruitgaan of het bereiken van de goede toestand in gevaar brengt. De enige uitzondering is wanneer een afwijking toegestaan wordt.

Tussentijdse richtlijnen voor beoordeling effecten

Eerder keurde de CIW al beoordelingskaders voor projecten met hydromorfologische wijzigingen, lozingen en projecten/activiteiten met effecten op grondwater goed. Deze beoordelingskaders vormen de basis voor een aanpassing en uitbreiding van het m.e.r.-richtlijnenboek Water.

In afwachting hiervan en om ervaring op te doen met de beoordeling van effecten op de toestand van waterlichamen, werkte de CIW tussentijdse richtlijnen voor de MER-deskundigen uit. Ze vormen een aanvulling op het huidige m.e.r.-richtlijnenboek en beschrijven hoe de effecten op de toestand van een waterlichaam moeten onderzocht worden.

De aanpak is opgevat als een stapsgewijs proces waarbij enkel voor die projecten, activiteiten, plannen of programma’s met een mogelijk relevante negatieve impact op de betrokken waterlichamen verder onderzoek naar de effecten moet gebeuren.

De richtlijnen zijn in lijn met de eerder door de CIW goedgekeurde beoordelingskaders maar kennen een pragmatische invulling van aspecten waarvoor een verdere uitwerking in het aangepaste m.e.r.-richtlijnenboek nodig is.

De focus van de richtlijnen ligt vooral op projecten met hydromorfologische wijzigingen. Voor grondwater stelde de CIW eerder al vast dat er weinig aanpassingen aan de huidige aanpak nodig zijn. Voor lozingen is nog een verder gedetailleerd stappenplan in opmaak.

De opgedane ervaring zal vervolgens meegenomen worden bij de verdere doorvertaling van de beoordelingskaders in het m.e.r.-richtlijnenboek Water.

Raadpleeg de richtlijnen

 

Handleiding voor initiatiefnemers, adviserende instanties en vergunningverleners

Om initiatiefnemers, adviserende instanties en vergunningverleners wegwijs te maken in de richtlijnen voor de beoordeling van effecten op waterlichamen en in de procedure voor het bekomen van een afwijking heeft de CIW een handleiding gepubliceerd.

De handleiding gaat in op het onderzoek naar de effecten en verwijst hiervoor naar de werkwijze voor het beoordelen van effecten op waterlichamen, geeft voorschriften voor de onderbouwing van afwijkingen en behandelt de aanpak voor plannen en programma’s. Daarnaast zijn er aparte hoofdstukken voor initiatiefnemers, adviserende instanties en vergunningverleners. Ook de verbanden met het natuurbeleid en de passende beoordeling als informatiebron komen aan bod in de handleiding.

De handleiding is vooral nuttig voor initiatiefnemers van grotere projecten, de instanties die advies uitbrengen in het kader van de watertoets en de provinciale en gewestelijke omgevingsambtenaren.

Raadpleeg de handleiding

 

Procedure voor bekomen van een afwijking

Projecten die een achteruitgang veroorzaken of het bereiken van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water in gevaar brengen, kunnen niet vergund worden, behalve wanneer een afwijking wordt toegestaan volgens artikel 4.7 van de kaderrichtlijn Water (omgezet in artikel 1.7.2.5.4 van het gecoördineerd decreet integraal waterbeleid).

In juni 2018 keurde de CIW een procedurevoorstel goed om een afwijking te bekomen. Tijdens de vergadering van 22 maart 2019 gaf de CIW goedkeuring aan de nodige juridische aanpassingen om de procedure te operationaliseren.

Er zijn kleine aanpassingen nodig aan het decreet integraal waterbeleid, het omgevingsvergunningendecreet en het decreet complexe projecten. Daarnaast wordt er ook een beperkte uitbreiding voorzien van de lijst van projecten waarbij het Vlaams niveau beslist over de omgevingsvergunningsaanvragen.

 

Integraalwaterbeleid.be is een officiële website van de Vlaamse overheid

De Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) is een overlegplatform van de diverse beleidsdomeinen en bestuursniveaus die bij het waterbeleid betrokken zijn. Ook waterbedrijven nemen deel aan het overleg. Deze samenwerking zorgt voor een gecoördineerde en geïntegreerde aanpak van het waterbeleid en waterbeheer in Vlaanderen.