Afgebakende oeverzones
Het decreet Integraal waterbeleid voorziet van rechtswege langs elk oppervlaktewaterlichaam, behalve bij de waterwegen, een oeverzone. Deze oeverzone omvat het talud van het oppervlaktewaterlichaam.
Daarnaast kunnen bredere oeverzones en ook oeverzones langs waterwegen afgebakend worden. Dat gebeurt via oeverzoneprojecten die goedgekeurd worden in een stroomgebiedbeheerplan, een wateruitvoeringsprogramma of een beslissing van de Vlaamse Regering.
Oeverzones, waar land en water elkaar raken
Oeverzones:
- vormen een belangrijke buffer tussen land en water en voorkomen dat sediment, pesticiden en meststoffen in het water terechtkomen
- kunnen een positief effect hebben op de stroomsnelheid en turbulentie van het water, met minder erosie als gevolg
- dragen bij tot de natuurlijke dynamiek van de waterloop en geven het water meer ruimte om te stromen en te overstromen
- vervullen een rol in het natuurbehoud. Een natuurvriendelijke oever zorgt voor een grotere verscheidenheid aan habitats en trekt diverse vissoorten en andere dieren aan.
Gebruiksbeperkingen in oeverzones
Om ervoor te zorgen dat de oeverzones hun functie kunnen vervullen, gelden een aantal gebruiksbeperkingen. De beperkingen hebben het karakter van een openbare erfdienstbaarheid. Dat betekent dat ze zonder vergoeding moeten worden geduld.
- Bemesting is verboden in een zone van vijf meter vanaf de bovenste rand van het talud. Enkel bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing is toegestaan.
- In VEN (Vlaams Ecologisch Netwerk)-gebied en op hellende percelen is bemesting verboden in een zone van tien meter.
- Pesticiden zijn verboden in een zone van één meter vanaf de bovenste rand van het talud.
- Grondbewerkingen zijn verboden in een zone van één meter landinwaarts.
- Binnen de vijf meter vanaf de bovenste rand van het talud mogen geen nieuwe bovengrondse constructies opgericht worden. Het verbod geldt niet voor constructies die nodig zijn voor het beheer van de waterloop, zoals sluizen of oeverversteviging, voor werkzaamheden van algemeen belang en voor constructies die toegelaten zijn door een ruimtelijk uitvoeringsplan. Bij het uitvoeren van deze werken moet gebruikgemaakt worden van de technieken van natuurtechnische milieubouw (NTMB).
Ook in de wet op de onbevaarbare waterlopen komen gebruiksbeperkingen en erfdienstbaarheden langs waterlopen aan bod. Zo hebben waterloopbeheerders vrije doorgang tot de waterloop, mogen ze niet-schadelijke ruimingsproducten achterlaten op de oever en moeten verhardingen en leidingen in deze zone bestand zijn tegen machines voor het ruimen en onderhouden van de waterlopen. Ook het plattelandsbeleid, natuurbeleid, ruimtelijk beleid en mestbeleid hebben instrumenten ter beschikking om de oevers langs waterlopen en waterwegen te beschermen.
Afbakening van bredere oeverzones via oeverzoneprojecten
Als de functies van een oeverzone in een bepaald gebied het vereisen kan op een gemotiveerde wijze een bredere oeverzone langs een waterloop afgebakend worden of een oeverzone langs een bevaarbare waterloop.
De afbakening van een bredere oeverzone gebeurt via de goedkeuring van een oeverzoneproject in een stroomgebiedbeheerplan, een wateruitvoeringsprogramma, of een beslissing van de Vlaamse Regering.
Een oeverzoneproject bakent een bredere oeverzone af, stemt de gebruiksbeperkingen af op de doelstellingen ervan en voorziet de instrumenten die worden ingezet voor de realisatie, de inrichting en het beheer ervan. Een oeverzoneproject wordt uitgewerkt op maat van een gebied en in overleg met de betrokken actoren.