De Vlaamse overheid ondersteunt initiatiefnemers
De uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering om een nieuwe functionele invulling te geven aan een signaalgebied, kan via de opmaak van een nieuw RUP, de integratie van de beslissing in een lopende RUP-procedure of via een ander bewarend initiatief.
De initiatiefnemer krijgt de kans om een gedragen visie voor het signaalgebied en eventueel ook de ruimere omgeving uit te werken, waarbij vertrokken wordt van het ontwikkelingsperspectief en de randvoorwaarden vanuit het watersysteem uit de beslissing van de Vlaamse Regering.
Het ontwikkelen van een gebiedsvisie vraagt maatwerk. De verdere uitwerking van een onderbouwde visie gebeurt in overleg met de waterbeheerder en andere betrokkenen. Van meet af aan worden de mogelijkheden om de visie op een haalbare (en betaalbare) manier te realiseren, afgewogen en worden duidelijke afspraken gemaakt over de uitvoering en financiering ervan. Ga maximaal uit van het signaalgebied als een investeringskans in gebiedsontwikkeling waar uw gemeente of provincie op lange termijn baat bij heeft. Via een geïntegreerde aanpak kunnen win-winsituaties ontstaan tussen verschillende sectorale doelstellingen.
Gemeenten en provincies die als initiatiefnemer aangeduid zijn, kunnen hiervoor een beroep doen op diverse instrumenten en subsidiekanalen. Het Gewest zorgt ook voor begeleiding en ondersteuning.
Lees ook de rubrieken:
Handreiking signaalgebieden
Uw gemeente of provincie is aangeduid als initiatiefnemer voor de verdere aanpak van een signaalgebied? In de 'Handreiking Signaalgebieden' van de Vlaamse Landmaatschappij en Ruimte Vlaanderen leest u wat er van u wordt verwacht, hoe u de uitdaging aanpakt en van welke instrumenten u kunt gebruik maken. |
Alternatief voorstel om (delen van) signaalgebieden bouwvrij te houden
Uit een evaluatie van de CIW over de voortgang van de herbestemmingen in de 83 signaalgebieden van reeks 1 en 2 blijkt dat voor driekwart van de in de startbeslissingen gevraagde herbestemmingen nog geen RUP's opgestart zijn.
De voornaamste oorzaken die lokale besturen zelf aanhaalden zijn de onduidelijkheid over en de vrees voor planschade. De subsidie vanuit Vlaanderen van 60% op eventuele planschadekosten via het Rubiconfonds en de mogelijkheid tot inzet van een herverkaveling uit kracht van wet met planologische ruil blijkt slechts enkelen te kunnen overtuigen. De belangrijkste gevolgen van het lang aanslepen van herbestemmingen zijn de beperkte afdwingbaarheid van het tussentijds bewarend beleid via omzendbrief en de blijvende onduidelijkheid voor eigenaars.
Daarom werkt Vlaanderen aan een alternatieve piste voor de herbestemmingsopgave.
Decretale aanpak voor de meest watergevoelige gebieden
Via een decreetswijziging aan de codex Ruimtelijke Ordening wordt een procedure voorzien waarmee de Vlaamse Regering watergevoelige openruimtegebieden kan aanduiden.
Met deze procedure ontstaat er een wettelijke basis om (delen van) signaalgebieden bouwvrij te houden. De procedure is maximaal gericht op continuïteit van de huidige werking en afdwingbaarheid van de genomen beleidsbeslissingen. De procedure maakt het mogelijk om op relatief korte termijn rechtszekerheid en mogelijkheid tot financiële compensatie voor eigenaars te voorzien.
Het ontwerp-decreet voorziet ook dat lokale besturen die nu reeds een RUP hebben opgemaakt, of aan het opmaken zijn, dezelfde financiële tegemoetkoming kunnen krijgen dan deze voorzien voor het regime van de aanduiding.