Waterkwaliteit
De Warmbeek is een van de zuiverste waterlopen van Vlaanderen en in vergelijking met andere gebieden zijn de inspanningen voor het halen de ‘goede ecologische toestand’ (GET) hier eerder klein. Van zodra de GET behaald is, is het wel een kwestie om deze goede toestand te bewaren. Het is nodig enige veiligheidsmarge in te bouwen. De focus ligt nog vooral op het terugdringen van nutriënten uit de landbouw (boven- en zijlopen) en terugdringen van overstortwerking.
Samen werken aan waterkwaliteit
Een van de grootste struikelblokken voor een goede waterkwaliteit, zijn de overstorten. Tijdens het grensoverschrijdende project ¡IMPAKT! kon de VMM, Aquafin en Fluvius dankzij een grootschalige meetcampagne een beter zicht krijgen op de belangrijkste overstorten. Naast de lopende verbeteringen aan het rioleringsstelsel zal dit ook leiden tot nieuwe verbetervoorstellen (actie 3, actie 4, actie 5, actie 6, actie 7, actie 8, actie 9, actie 10).
Ondanks de hoge zuiveringsgraad zijn er hier en daar nog verspreide lozingen van huishoudelijk afvalwater. Het gaat dan over locaties waar nog geen riolering ligt of waar de aansluitingen foutief gebeurden. Aansluitingen controleren is daarbij een cruciaal onderdeel. Er werd al sterk geïnvesteerd om het rioleringsstelsel verder uit te bouwen en om IBA’s (individuele behandeling van afvalwater) te plaatsen. De komende jaren wordt verder ingezet op de laatste loodjes (actie 9, actie 10).
Om een goede waterkwaliteit te behalen, is de landbouw een van de belangrijkste partners van de VMM. Een groot deel van de Warmbeekvallei bestaat namelijk uit weilanden en akkers. De voedingsstoffen die in de landbouw worden gebruikt als bemesting, maar ook de afvalstoffen die er ontstaan, kunnen nefaste gevolgen hebben voor de waterkwaliteit. Met gerichte ingrepen en campagnes zetten onder andere de gemeenten en de waterbeheerders daarom in op sensibilisering en handhaving rond de impact van dergelijke stoffen (actie 11, actie 13, actie 14, actie 16).
Omdat milieu-incidenten niet uit te sluiten zijn, is het belangrijk dat er in dergelijke gevallen efficiënt en effectief wordt gehandeld. De nodige afspraken en contacten worden aangescherpt (actie 12)
Een rijke beekstructuur herbergt meer planten- en diersoorten. Die natuurlijke structuur verhoogt het zelfzuiverend vermogen, waardoor een waterloop beter afvalstoffen kan verwerken. De Warmbeek is ook op dit vlak in het voordeel, maar bepaalde verbeteringen waren en zijn nodig. Ondermeer aan de Achelse Kluis werd een rechtgetrokken stuk opnieuw hersteld tot een kronkelende bedding (actie 1). Ook voor de bovenloop en zijlopen wordt bekeken welke verbeteringen mogelijk zijn (actie 18). Op verschillende plekken geven we de natuur zelf de kans om haar eigen weg te gaan: we maken gebruik van een nulbeheer of verminderen het maaibeheer (actie 19) waar dat kan zodat de structuurkwaliteit toeneemt en meer biotopen gehandhaafd blijven.
Om vissen alle kansen te geven werden belemmeringen voor vismigratie weggewerkt (actie 2). Tegelijk zorgen we ervoor dat exoten, soorten die hier oorspronkelijk niet thuishoren, geen gevaar vormen voor hen (actie 15).