Waterkwaliteit
De Dommel doet het beter dan veel andere waterlopen in Vlaanderen. Toch behaalt de Dommel maar een matige score voor de globale ecologische toestand.
In de benedenloop van de Dommel worden iets te veel nutriënten (fosfor en stikstof) gemeten. Vooral de veel te hoge zoutconcentraties na de monding van de Eindergatloop baren zorgen. De beekstructuur vertoont te weinig variatie door rechttrekking van de bedding, oeververstevigingen, stuwen en molens. De bovenloop van de Dommel bevat vooral te hoge stikstofconcentraties. Hindernissen zorgen er ook voor dat vissen de bovenloop niet kunnen bereiken.
De zijlopen hebben elk hun eigen problemen op het vlak van waterkwaliteit. Zo kampt de Eindergatloop met (heel) hoge zoutvrachten en fosforgehaltes en met een ontoereikende structuurkwaliteit. De Bolissenbeek is moeilijk bereikbaar voor vissen. En de stikstofconcentraties in het opwaartse deel zijn te hoog.
Samen werken aan waterkwaliteit
Recente waterkwaliteitsgegevens tonen aan dat een goede watertoestand voor de Dommel haalbaar is na 2027. De voorwaarde daarvoor is wel dat we vanaf nu maximaal inzetten op de nodige maatregelen.
We kunnen nog een grote winst halen door de nutriëntenverliezen vanuit de landbouw verder te verminderen (actie 29, actie 30, actie 31 en actie 32). Met de verdere uitbouw en optimalisatie van de rioleringsinfrastructuur (actie 25, actie 26, actie 27 en actie 28) willen we vooral de fosforgehaltes terugdringen. Om de verhoogde geleidbaarheid en zoutconcentraties aan te pakken, zijn brongerichte inspanningen vanuit de industrie langs de Eindergatloop nodig (actie 33). Ook een betere structuurkwaliteit draagt bij aan een goede ecologische toestand. We zullen de beekstructuur van de Dommel en de zijlopen herstellen en vismigratiebarrières in de waterloop wegwerken (actie 34 en actie 35). We bereiden ons ook voor op mogelijke milieu-incidenten (actie 36 en actie 37) en binden de strijd aan met invasieve water- en oeverplanten (actie 38) en met zwerfvuil (actie 39).