Waterkwaliteit
Grootschalige investeringen om het afvalwater van woningen te zuiveren en inspanningen vanuit de landbouwsector hebben ervoor gezorgd dat het nutriëntgehalte, vooral op vlak van stikstof vrij laag is in het gros van de waterlopen in het captatiegebied van Kluizen. Het fosforgehalte in de waterlopen is wel nog systematisch te hoog. De Poekebeek vormt hier enigszins een uitzondering op, hier zijn zowel stikstof als fosfor nog in te hoge concentraties aanwezig in de waterloop. Ook andere fysicochemische parameters die de waterloop typeren, bv. geleidbaarheid en het zuurstofgehalte, zijn samen met een ondermaatse structuurkwaliteit nog niet van die aard dat de waterlopen zich in een goede ecologische toestand bevinden. Recente waterkwaliteitsgegevens tonen aan dat een goede watertoestand haalbaar is na 2027. De voorwaarde daarvoor is wel dat we vanaf nu maximaal inzetten op de nodige maatregelen.
Samen werken aan waterkwaliteit
In eerste instantie is het van belang om het nutriëntgehalte in de waterlopen verder naar omlaag te krijgen. Om dit te realiseren bouwen de rioolbeheerders stelselmatig de rioleringsinfrastructuur verder uit (actie 3, actie 4, actie 5, actie 6, actie 9, actie 15, actie 16, actie 32, actie 33, actie 44, actie 57) en optimaliseren ze het bestaande stelsel (actie 8, actie 10, actie 17, actie 19, actie 27, actie 50, actie 52). Ook de nutriëntbelasting vanuit landbouwactiviteiten moet verder omlaag. Dit kan door correcte bemesting en toepassing van het mestactieplan, het respecteren en handhaven van afstandsregels rond bemesting op landbouwpercelen, het afsluiten van vrijwillige beheerovereenkomsten of de afbakening van oeverzones (actie 12, actie 22, actie 23, actie 45). Ook erfsappen (actie 53) die in grachten en beken terecht komen kunnen een grote impact hebben op de waterkwaliteit. Vooral in het sterk agrarische bekken van de Poekebeek vormt dit een probleem. Ook vanuit de sector industrie is er een impact op de waterkwaliteit en dient die verder afgebouwd te worden (actie 58, actie 59). Specifiek voor het drinkwaterproductiecentrum te Kluizen wordt een defosfateringsinstallatie gebouwd die overtollig fosfor uit het ingenomen water haalt (actie 51).
Restanten van gewasbeschermingsmiddelen worden in te hoge concentraties waargenomen in de waterlopen. Dit komt voornamelijk in de periode maart tot september voor. De aanwezigheid van deze pesticiden kan een probleem vormen voor productie van drinkwater te Kluizen. Ook voor het leven in onze waterlopen kunnen restanten van gewasbeschermingsmiddelen schadelijk zijn. Een verantwoord gebruik door particulieren en professionele gebruikers in combinatie met bufferstroken dient de inspoeling naar een waterloop tot een minimum te beperken. Diverse sectorfederaties en overheidsinstanties begeleiden de landbouwsector hierbij en sensibilisatie van de bevolking is noodzakelijk om gebruik van pesticiden bij het onderhoud van groen en verhardingen te vermijden.
Verontreiniging van oppervlaktewater blijft niet beperkt tot de waterkolom zelf. Een aantal stoffen hebben immers de neiging zich te binden aan het zwevend stof. Als dit zwevend stof bezinkt, gaat het samen met de eraan vastgehechte polluenten de waterbodem of sedimentlaag vormen. We voorzien dan ook in een duurzame sanering van deze waterbodems (actie 2, actie 54).
Om een geschikt habitat voor planten en dieren te creëren in onze waterloop werken de waterloopbeheerders volop aan een meer diverse en betere structuur van de waterlopen (actie 7, actie 13, actie 18, actie 21, actie 24, actie 25, actie 26, actie 35, actie 36, actie 38, actie 41, actie 42, actie 43, actie 46). Ook het zelfzuiverend vermogen van de waterloop gaat hiermee vooruit, zo wees onderzoek uit op de Oude Kale. Er wordt volop ingezet op deze nature based solutions om tot een gezonde waterloop te komen.
We bereiden ons voor op mogelijke milieu-incidenten (actie 60) en binden de strijd aan met invasieve water- en oeverplanten (actie 61)