De vallei van de Aa
Het bekkensecretariaat brengt er alle betrokkenen samen in een gebiedsgericht overleg om maatregelen en acties te bundelen en op elkaar af te stemmen. Zo komen we op het terrein sneller tot resultaat. De opstartvergadering voor dit integraal project vond plaats op 14 november 2017.
De vallei van de Aa kent een specifieke waterproblematiek. Zware regenval boven het stedelijk gebied van Turnhout zorgt voor een enorme afstroom naar de Aa. Zowel in Turnhout als in de afwaarts gelegen landbouw- en natuurgebieden brachten deze piekdebieten al meermaals wateroverlast teweeg. De sterk wisselende debieten hebben ook een grote impact op de oevers van de waterloop. Tegelijk is de vallei omwille van de versnelde afvoer onderhevig aan verdroging.
Achtervolgd door het verleden
In de jaren '60 en '70 is de Aa bij een ruilverkaveling rechtgetrokken. Hierdoor nam de totale lengte van de waterloop aanzienlijk af. Om te vermijden dat het water te snel afstroomde, werden stuwen gebouwd.
Een waterloop zoals de Aa zal bij hevige regen van nature buiten haar oevers treden, maar de run-off van de toegenomen verharding in het opwaarts gelegen Turnhout zorgde ook voor extra druk op de Aa. Dit leidde op een aantal plaatsen tot (bijkomende)wateroverlast,vooral voor de landbouwsector.
Positief is dat de waterkwaliteit de laatste 20 jaar sterk verbeterde. Hierdoor kwamen waterplanten terug. De blijvend hoge nutriëntengehaltes zorgden echter voor een sterke groei en opstuwing van de waterloop, wat op bepaalde momenten voor extra problemen kan zorgen.
BeheerDe VMM werkte daarom een tiental jaar geleden een gedifferentieerd maaibeheer uit. Opwaarts de molen van Tielen wordt tot 6 keer per jaar gemaaid. Afwaarts wordt geopteerd voor blokmaaien en minder frequente maaibeurten. Naar aanleiding van de slibruiming op het traject vanaf de watermolen van Tielen tot de Groesaard in het najaar van 2018, werd op initiatief van gouverneur Cathy Berx een overleg georganiseerd met alle betrokken actoren. Zowel de problematiek van de hoge afvoer als van het beheer kwam aan bod. |
VMM organiseerde verder overleg met zowel vertegenwoordigers vanuit de gemeentes, de landbouwsector en de natuur- en milieuverenigingen over het maaibeheer, de optimalisering van de regeling van de stuwen, de problematiek van de oeverafkalvingen, ...
De VMM streeft als waterbeheerder naar een evenwichtig beheer waarbij zowel de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water als afstemming met het landgebruik (landbouw, natuur, ...) centraal staan. Zo heeft de VMM intussen aan de vier stuwen op de Aa een visdoorgang aangelegd. De Aa is immers een belangrijke verbinding tussen de Kleine Nete en enkele ecologisch waardevolle bovenlopen, zoals de Bosbeek. Dankzij de visdoorgangen krijgen vissen waaronder het bermpje, de rivierdonderpad, de kleine modderkruiper, de kopvoorn en de serpeling herstelkansen.
Brongerichte maatregelen
Niet enkel maatregelen aan de beek zijn belangrijk. Cruciaal voor de Aa is dat werk gemaakt wordt van een minder snelle afvoer van het water, zowel vanuit stedelijk gebied als vanuit het landbouwgebied. Ook de vermindering van de belasting van de waterloop met nutriënten is belangrijk.
Sinds kort loopt in het gebied het project {Beek.Boer.Bodem} in het kader van het subsidieprogramma Water-Land-Schap. Het project wil de uitdagingen op vlak van water en bodem aangaan en krijgt financiering van Vlaanderen. Door het toepassen van vrijwillige maatregelen zoals stuwtjes om verdroging en een te snelle afvoer van water te voorkomen, peilgestuurde drainage en het gezamenlijk beheer van de teeltvrije zone krijgen landbouwers meer invloed op de waterhuishouding in hun percelen en kunnen ze meewerken aan een betere waterkwaliteit en waterkwantiteit.
Ter hoogte van Turnhout wordt al 10 jaar lang geïnvesteerd in de vertraagde afvoer van hemelwater richting de Aa. Dit verhaal is nog niet af maar voor zowel de stad als de Vlaamse overheid blijft dit hoog op de agenda staan. De resultaten op het terrein zullen beetje bij beetje zichtbaar worden.
Op weg naar de goede toestand via een integrale aanpakHet stroomgebied van het afwaartse deel van de Aa (Aa II, op het grondgebied van Beerse, Vosselaar, Lille, Vorselaar en Herentals) is één van de zes speerpuntgebieden in het Netebekken waar we met de juiste inspanningen de goede toestand kunnen halen tegen 2021. Het bekkensecretariaat brengt er alle betrokkenen samen in een gebiedsgericht overleg om maatregelen en acties te bundelen en op elkaar af te stemmen. Zo komen we op het terrein sneller tot resultaat. De opstartvergadering voor het integraal project vond plaats eind 2017. In aanloop naar de stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 tracht het bekkensecretariaat de komende maanden, samen met alle betrokkenen, te komen tot een gedragen toekomstvisie voor de Aa. |