Jan. 2017- Het Benedenscheldebekken maakt een inhaalbeweging
Macro-invertebraten gaan er op vooruit
Macro-invertebraten zijn kleinere ongewervelde dieren zoals larven van kokerjuffers, libellen en muggen, slakken en mossels, kreeftachtigen en allerlei soorten wormen. Ze zijn een goede indicator voor de waterkwaliteit. De Vlaamse Milieumaatschappij meet macro-invertebraten in een 3-jaarlijkse cyclus. Elk jaar wordt een derde van het bekken bemeten. In 2015 waren vooral meetplaatsen in het Schijnbekken en het Waasland aan de beurt. |
|
De resultaten voor 2015 zijn zeer bemoedigend voor de watertoestand in het Benedenscheldebekken: 63% van de bemeten meetpunten gaat er een kwaliteitsklasse op vooruit. Bij deze stijgers scoren 31% van de meetpunten nu goed en 64% matig. 5% van de meetpunten evolueerde van een slechte naar een ontoereikende toestand. |
We zijn er nog niet ...
De goede watertoestand wordt beoordeeld op basis van meerdere parameters en dit volgens het one-out-all-out-principe: het slechtste kwaliteitselement is doorslaggevend. De evoluties voor macrofyten (waterplanten) en fytobenthos (kiezelwieren) zijn minder uitgesproken. Daarnaast moeten ook de chemische toestand en de waterbodem aan de goede toestand voldoen.
Toch is de positieve evolutie voor macro-invertebraten een duidelijk signaal dat onze watersystemen, met doorgedreven inspanningen vanuit alle betrokken sectoren en waterbeheerders, zich kunnen herstellen.