Andere gebieden in het bekken
Blankenbergse Vaart - Noordede De Noordede en de Blankenbergse Vaart staan samen in voor de afwatering van de Nieuwe Polder van Blankenberge. Beide stroomgebieden staan in open verbinding met elkaar. Lees meer |
|
Bemaalde poldergebieden
Enkele zeer laag gelegen afwateringsgebieden binnen het bekken kunnen enkel via bemaling met grote poldergemalen water afvoeren naar het kanaalpand Brugge-Oostende en zo naar zee. |
|
Lisseweegse Vaart De Lisseweegse Vaart, is een oude, van oorsprong natuurlijke, waterloop tussen Brugge en de Noordzee. De vaart loopt dwars door het centrum van Lissewege om langs de dorpskern van Zwankendamme het havengebied te bereiken en gravitair uit te monden in de voorhaven van Zeebrugge. Lees meer |
|
Leopoldkanaal Het Leopoldkanaal loopt over het grondgebied van Assenede, Sint-Laureins, Maldegem, Damme en Brugge. Van Maldegem tot aan zee loopt het Leopoldkanaal evenwijdig met het Schipdonkkanaal, van elkaar gescheiden door een stevige dijk en omzoomd met statige populieren. Dit unieke landschap van twee evenwijdige kanalen, in de volksmond de "Blinker" en de "Stinker" genoemd, is één van de best gekende zichten in het bekken. Beide kanalen monden uit in een gemeenschappelijke constructie in de voorhaven van Zeebrugge. |
|
Jabbeekse Beek Het stroomgebied van de Jabbeekse beek watert af naar het kanaal Brugge-Oostende en omvat twee zandruggen en twee natuurlijke kommen. Het gebied kampt regelmatig met wateroverlast. Vooral landbouwgronden overstromen, maar soms ook serres en bedrijfsgebouwen. Het bos- en natuurgebied Vloethemveld vormt een belangrijk retentiegebied. De laatste jaren is de Grote Waternavel sterk in opmars in de baangrachten langs de E40 en in de omgeving van het natuurgebied Gemene Weiden. Waterbeheerders slaan de handen in elkaar om deze exoot aan te pakken. |
|
Kerkebeek De Kerkebeek stroomt voor een groot deel door Zedelgem en Brugge (Sint-Michiels). De brongebieden liggen op de hogere ‘heuvels’ van Aartrijke, Veldegem en voor een klein deel Torhout. De beken in het stroomgebied van de Kerkebeek zijn van nature laaglandbeken, maar veelal rechtgetrokken of ingebuisd of er zijn oeververstevigingen aangebracht. Hier en daar zijn er nog korte trajecten met een natuurlijk verloop en meanders, zoals de Moubeek aan het Veldbos en stukken van de Plaatsebeek. Het visbestand is ontoereikend en weerspiegelt de slechte waterkwaliteit. |
|
Zuidervaartje – St-Trudoledeken Het Zuidervaartje loopt voor een groot deel parallel met het kanaal Gent-Brugge-Oostende en afwaarts doorheen de kustpolders. Het stroomgebied van het Zuidervaartje omvat een aantal beken die ontspringen op de dekzandrug ten oosten van Brugge. De voornaamste waterloop is het Sint-Trudoledeken, een bovenloop die ontspringt op de cuesta van Oedelem. Het Sint-Trudoledeken loopt in een verhoogde bedding door de lager gelegen Assebroekse Meersen (die tot het afstroomgebied van de Hoofdsloot behoren). Enkel bij hoogwater kan het Sint-Trudoledeken naar de Assebroekse Meersen overlopen. De Gemene Weidebeek en de Maleleie ontspringen op de dekzandrug in een soort kom. |
|
Hoofdsloot - Assebroekse Meersen De Assebroekse Meersen vormen een complex van laaggelegen vochtige weiden en hooilanden. Al van oudsher doet het gebied bij hevige en/of langdurige regen dienst als een natuurlijk overstromingsbuffer voor Brugge. De Hoofdsloot en het Sint-Trudoledeken vormen de hoofdaderen van het gebied, dat afwatert via een bemalingsstation op de Hoofdsloot. |
|
Brugse Vaart Het kanaalpand Gent-Brugge, ook Brugse Vaart genoemd, doorkruist een groot deel van het bekken en heeft vele functies: waterafvoer, scheepvaart, bevloeiing van de polders bij droogte en recreatie. Het bekendste zicht van het kanaal is wellicht de keerstuw in Beernem die Brugge beschermt tegen overstromingen. |
|
Ede De Ede en de Splenterbeek vormen blauwgroene verbindingen tussen de natuur- en bosgebieden van het Drongengoedcomplex (gemeenten Maldegem en Knesselare). De Ede heeft een belangrijke functie bij de afwatering van de hoger gelegen gebieden. De Splenterbeek en haar zijbeken hebben een grote ecologische waarde. Het project gestroomlijnd landschap zet in op waterberging en op het herstel van kleine landschapselementen, zoals dreven, bomenrijen en houtkanten, om het unieke karakter van de vallei te versterken. |
|
Havens en overige kanalen De haven en Spuikom van Oostende, de haven van Zeebrugge en de jachthaven van Blankenberge liggen binnen het bekken. Het Boudewijnkanaal verbindt Brugge met de haven van Zeebrugge en staat hoofdzakelijk in functie van scheepvaart. Door vermenging met zeewater is het kanaalwater vrij brak. De Damse Vaart loopt van Brugge naar Sluis door polderlandschap, waarin de vaart de vroegere bedding van het Zwin volgt. Het kanaal wordt vooral gebruikt voor recreatie. De passagiersboot "Lamme Goedzak" en het zelfbedieningsveer "Kobus" voor fietsers en wandelaars tussen Hoeke en Sluis zijn bekend bij menig toerist. De vaart sifonneert onder het Leopold- en het Schipdonkkanaal. In droge periodes wordt water uit de vaart gecapteerd om de omliggende polders te bevloeien. Het Schipdonkkanaal of Afleidingskanaal van de Leie voert, zoals de naam zegt, vooral Leiewater af. Ongeveer 2/3de van het Leiewater vloeit via dit kanaal naar zee. Vanaf de stuw in Balgerhoeke tot de monding aan het sluizencomplex in de haven van Zeebrugge is het kanaal onbevaarbaar. De belangrijkste waterloop die in het kanaal uitmondt is de Ede. |