Vlaanderen integraalwaterbeleid.be

Investeren in vismigratie loont: rivierprik terug van weggeweest!

De Dijle is één van de waterlopen waar de voorbije jaren werd ingezet op het herstellen van vrije vismigratie. In principe kunnen vissen opnieuw over de volledige waterloop migreren tot in de boven- en zijlopen in Wallonië. De situatie in de Leuvense binnenstad, waar de Dijle in verschillende zijarmen vertakt, blijft echter complex. Op vraag van VMM voerde het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) daarom in 2020 en 2021 een evaluatieonderzoek uit om na te gaan welke vissen gebruik maken van de aangelegde visdoorgangen. Met enkele opmerkelijke vaststellingen als resultaat.

Visdoorgangen druk gebruikt

(c) VMM

Aan twee visdoorgangen – de doorgang aan de watermolen van Rotselaar en de doorgang aan het Sluispark in de Leuvens binnenstad – werden fuiken geplaatst om de erdoor zwemmende vissen te kunnen tellen. En wat blijkt: de visdoorgangen worden druk gebruikt! 

Door de visdoorgang aan de watermolen van Rotselaar zwommen tijdens twee meetcampagnes van enkele weken in de zomer en het najaar van 2020 meer dan 6000 vissen, verspreid over 26 soorten.

Door de visdoorgang ter hoogte van het Sluispark passeerden op 12 weken bijna 2000 vissen, goed voor 18 soorten. Deze visdoorgang werd op een zijtak van de Dijle aangelegd in het kader van het LIFE-project Belini en is sinds 2019 operationeel.

Opmerkelijke vaststellingen

Bijzonder voor beide visdoorgangen was de vangst van jonge paling, bot en rivierprik. Dit zijn typische trekvissen die Leuven wisten te bereiken vanuit de Noordzee. Zonder de aangelegde visdoorgangen hadden zij de meer dan 150 km lange tocht niet kunnen maken.

Een tweede opmerkelijke vaststelling is dat de vrij zeldzame stroomminnende soorten kopvoorn, serpeling en gestippelde alver zich goed thuis voelen in de visdoorgang in het Sluispark, ondanks de ligging in een stedelijke omgeving.

Bijzondere vangst

(c) VMMVerrassend was de vangst van rivierprik, zowel in Rotselaar als aan het Sluispark in Leuven. Deze soort behoort tot de rondbekken, een groep van primitieve vissen zonder kaken. De rivierprik lijkt op een paling, maar heeft een zuigmond waarmee hij zich vastzuigt op andere vissen om zich te voeden.

De rivierprik is een typische trekvis: volwassen exemplaren leven langs de kust en zwemmen in het voorjaar de rivieren op om zich voort te planten. 

(c) INBO

Daar leven de larven 3 tot 6 jaar ingegraven in de beekbodem alvorens als volwassen rivierprik terug te keren naar zee. Door de aanwezigheid van vismigratieknelpunten is op veel waterlopen de toegang naar de paaigronden afgesneden en kan deze bijzondere levenscyclus niet voltooid worden. Rivierprik is hierdoor in Vlaanderen zeldzaam geworden en beschermd. Dat er opnieuw rivierprikken de Dijle opzwemmen, is zeer hoopgevend.

(c) foto rivierprik: INBO

Vissen krijgen zender mee

Als tweede luik van het onderzoek werden een aantal vissen voorzien van een zender zodat ze gevolgd kunnen worden op hun doortocht langsheen de molen van Rotselaar en door de Leuvense binnenstad. Dit zal ons leren welke routes ze kiezen en of ze erin slagen hun paaigebieden te bereiken.

Integraalwaterbeleid.be is een officiële website van de Vlaamse overheid

De Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) is een overlegplatform van de diverse beleidsdomeinen en bestuursniveaus die bij het waterbeleid betrokken zijn. Ook waterbedrijven nemen deel aan het overleg. Deze samenwerking zorgt voor een gecoördineerde en geïntegreerde aanpak van het waterbeleid en waterbeheer in Vlaanderen.