Mrt 2022 - Vrije vismigratie in Itterbeek een stap dichterbij
Watermolens beletten vrije doorgang
Watermolens hebben ontegensprekelijk hun stempel gedrukt op de waterhuishouding in valleigebieden. Door de opstuwing van beekwater hebben molens bijgedragen aan de lokale ontwikkeling van alluviale beekbegeleidende bossen, moerassen en vochtige, bloemrijke hooilanden. Naast de positieve, vernattende effecten is er ook een ecologische keerzijde: De opstuwing doet de natuurlijke dynamiek van het beeksystemen deels verloren. Bovendien belemmert het hoogteverschil aan de stuw vissen om stroomopwaarts te zwemmen.
Om te overleven, verplaatsen vissen zich van de ene plek naar de andere op zoek naar voedsel en naar geschikte paai-, opgroei- en overwinteringsgebieden. Stuwen belemmeren de opwaartse migratie en dragen zo bij tot de verarmde visfauna die we vandaag kennen.
Vissen nemen de trap
Om die reden zijn de voorbije jaren verschillende vismigratieknelpunten in de Itterbeek aangepakt: aan de Galdermansmolen, aan het Schurchthof waar de Itterbeek natuurgebied De Brand binnenstroomt, aan de Kasteelmolen en onlangs ook aan de Keyartmolen in Bree, net stroomafwaarts van de Zuid-Willemsvaart
Met de aanleg van de vispassage aan de Keyartmolen kunnen vissen nu ook deze molen omzeilen. In de vispassage zijn 18 vistrappen verwerkt. Vissen nemen dus als het ware de trap om zo het hoogteverschil van ruim een meter te kunnen overbruggen.
Enkel het verval aan de Slagmolen in Opitter vormt nog een knelpunt voor vissen om het hoger liggende Europees beschermde natuurgebied van de Itterbeekvallei te bereiken.
Het project gaf uitvoering aan een actie van het stroomgebiedbeheerplan 2016-2021 en werd gerealiseerd met de steun van het Visserijfonds van het Agentschap voor Natuur en Bos en de Provinciale Visserijcommissie Limburg.