Okt. 2017 - Vangsttechnieken Chinese wolhandkrab getest in Netebekken
Bedreiging voor de inheemse biodiversiteit
De wolhandkrab is begin 1900 via het ballastwater van schepen Europa binnengekomen. De eerste waarnemingen in Vlaanderen dateren van de jaren '30. Sindsdien heeft de soort zich sterk verspreid, vooral in de grotere waterlopen (Schelde, Demer en Nete) en aan de kust.
De wolhandkrab is een echte alleseter en voedt zich met waterplanten en eieren en larven van vissen. Uit recent onderzoek van de universiteit Antwerpen blijkt dat de plantengroei in onze wateren erg lijdt onder de krabbenpopulatie. De soort staat dan ook op de Europese lijst van 'zorgwekkende invasieve soorten'.
Zoektocht naar efficiënte vangstmethode
In opdracht van minister Joke Schauvliege werkte de Vlaamse overheid een goede praktijk uit voor het bestrijden en beheersen van de Chinese Wolhandkrab (Verwaijen, 2016). In het voorjaar van 2017 werden een aantal vangstmethoden met succes uitgetest. Dat gebeurde onder meer in het Netebekken.
Indrukwekkende vangstresultaten
In maart-april 2017 werden op de Molenbeek-Bollaak ter hoogte van de duiker onder het Albertkanaal in Zandhoven maar enkele wolhandkrabben gevangen. Op de Grote Nete in Geel waren er begin april piekvangsten van 850 krabben per dag. En aan de vistrap op de Kleine Nete in Grobbendonk werden begin mei piekvangsten opgetekend tot 1800 exemplaren per dag.
Richtlijnen voor effectieve bestrijding
De wolhandkrab trekt in het najaar richting zee om te paaien. In het voorjaar (eind april tot begin juni) verloopt de trek omgekeerd en zoeken de jonge krabben het zoete water op. De migratie verloopt in pieken. Hogere temperaturen en neerslag initiëren de migratie. Vandaar dat de vangsten bij warmer, regenachtig weer in het voorjaar meestal hoger liggen.
De vangst gebeurt best ook aan migratieknelpunten. Daar zijn met beperkte middelen grote vangsten mogelijk. De krabben worden bovendien best zo afwaarts mogelijk gevangen zodat ze niet de kans krijgen om de waterlopen verder op te trekken.
Het volledige rapport is hier raadpleegbaar.